Wil het midden- en kleinbedrijf meedingen naar overheidsopdrachten, dan zullen de maatschappelijke baten helder gemaakt moeten worden. Dit zei EIB-directeur Taco van Hoek bij MKB Infra.
“De uitgangspunten voor het midden- en kleinbedrijf in de infrasector zijn niet ongunstig ondanks dat er de komende jaren slechts een beperkte groei van de productie is. Er komen meer mogelijkheden om op kwaliteit te concurreren”, schetste Van Hoek de kansen voor de kleinere bedrijven.
Wel zal het zijns inziens nodig zijn de bedreigingen het hoofd te bieden. Die ziet hij in het op de markt komen van meer geïntegreerde contracten en schaalvergroting bij de overheden door onder meer samengaan van gemeenten en nutsbedrijven. Daardoor worden contracten zo groot dat het voor het midden- en kleinbedrijf lastiger wordt om aan allerlei eisen op het gebied van omzet en referentieprojecten te voldoen.
Van Hoek schetste drie kwesties die de brancheorganisatie zal moeten oppakken om een positie te verwerven bij overheidsopdrachten. De positie en het belang van het midden- en kleinbedrijf moet beter in beeld worden gebracht. Nog belangrijker vindt hij dat de maatschappelijke baten van een grotere toegang van het mkb tot overheidsaanbestedingen helder gemaakt moeten worden. Hetzelfde geldt voor innovaties. Ook daar moeten de baten beter zichtbaar gemaakt worden.
Op zich vindt hij het logisch dat overheidsopdrachtgevers moeite hebben om de traditionele sturing op tijd en budget los te laten. “Als de opdrachtgever wordt afgerekend op overschrijding van tijd en budget, dan focust hij daarop en niet op kwaliteit. Dat zou ik ook doen. Het is dus van belang dat de maatschappelijke baten hoger worden als gestuurd wordt op kwaliteit”, vindt Van Hoek.
Gesprekspartner
MKB Infra zit ook in een positie om daar iets aan te doen. Voorzitter Theo van der Kuil maakte nog eens duidelijk dat de organisatie een volledig geaccepteerde gesprekspartner is voor de overheid. Hij zit aan tafel bij Economische Zaken over aanbestedingen en bij Rijkswaterstaat over de vormgeving van het inkoopbeleid.
Zijn frustratie is dat Bouwend Nederland dan net doet alsof zij de enige partij is die daarover met de overheid aan tafel zit. “Wij zullen wat harder aan de weg moeten timmeren en duidelijk maken wat onze inbreng is. Gelukkig heeft het ministerie van Economische Zaken duidelijk oog voor het mkb.” (Bron: Cobouw)
